Op 12 april 2024 heeft de Hoge Raad een langverwacht arrest gewezen over de vergoeding van zwart werk als verlies aan verdienvermogen (ECLI:NL:HR:2024:568).
Dit arrest volgt op een eerder arrest van de Hoge Raad van 24 november 2000 (ECLI:NL:HR:2000:AA:8453) waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat gemiste zwarte inkomsten niet zonder meer buiten de schadeberekening mogen worden gehouden, maar anderzijds ook niet een-op-een – noch netto, noch bruto – als verlies aan verdienvermogen kwalificeren:
“De rechter die de omvang van de schade als de onderhavige begroot, zal aan de hand van de beschikbare gegevens moeten vaststellen en eventueel moeten schatten welk netto-inkomen de gelaedeerde zou hebben genoten of zou hebben kunnen genieten indien ter zake van de beloning van de desbetreffende werkzaamheden zou zijn overeengekomen dat belasting en premie zouden worden ingehouden. Er is slechts voldoende grond om bij de begroting van de schade uit te gaan van de veronderstelling dat het zonder inhouding van belasting en premie betaalde loon gelijk is aan het bedrag dat bij inhouding van belasting en premie zou zijn betaald, indien en voor zover aannemelijk is dat degene voor wie de gelaedeerde “zwart” werkte, bereid was geweest c.q. bereid zou zijn gebleven (alsnog) de verschuldigde belasting en premie volledig voor zijn rekening te nemen.”
Hoe deze overweging praktisch te vertalen is naar de bepaling van de schadeomvang was voer voor discussie. In de lagere rechtspraak is hier verschillend mee omgegaan. Er was dan ook behoefte aan meer duidelijkheid en sturing.
De Hoge Raad oordeelt in zijn meest recente arrest over de vergoeding van zwart werk (r.o. 3.1.3-3.1.4):
“Bij de begroting van de omvang van schade door verminderd arbeidsvermogen kan – voor zover het gaat om werkzaamheden waarvan het verrichten als zodanig rechtmatig is – rekening worden gehouden met inkomsten uit zwart werk van de benadeelde in de periode vóór de aansprakelijkheidvestigende gebeurtenis. Dat de benadeelde vóór de aansprakelijkheidvestigende gebeurtenis dergelijke inkomsten had, duidt immers erop dat de benadeelde door arbeid inkomen kon verwerven, en zegt dus iets over zijn op dat moment bestaande arbeidsvermogen.
Indien de benadeelde vóór de aansprakelijkheidvestigende gebeurtenis inkomsten had uit zwart werk waarvan het verrichten als zodanig rechtmatig is, dient, overeenkomstig hetgeen hiervoor in 3.1.2 is overwogen, te worden beoordeeld (i) of, en zo ja, in welke omvang de benadeelde in de hypothetische situatie deze werkzaamheden zou hebben verricht, dan wel ter vervanging daarvan andere werkzaamheden zou hebben verricht, en (ii) welk netto-inkomen, na inhouding of afdracht van de verschuldigde belasting en premie, de benadeelde met de hiervoor bedoelde werkzaamheden zou hebben ontvangen.”
Met name het geduide ‘stappenplan’ van de Hoge Raad ((i) en (ii)) zal partijen in de toekomst mogelijk meer houvast geven bij discussies over inkomsten uit zwart werk. De praktische toepassing van deze ‘stappen’ blijft naar verwachting echter ook met dit arrest een lastige, en daarmee voer voor verdere discussie.
Evelien is in 2018 afgestudeerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Rijksuniversiteit Groningen met een scriptie over strafrechtelijke concernaansprakelijkheid. Tijdens haar studie heeft zij op beide universiteiten gewerkt als onderzoeksassistent. Evelien heeft van 2019 tot 2024 gewerkt als advocaat in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht, en heeft zich daarbij onder meer gefocust op medische aansprakelijkheid en personenschade. Evelien is sinds mei 2024 als senior juridisch medewerker verbonden aan ons kantoor.
Kitty werkt al 18 jaar in de aansprakelijkheids- en verzekeringsrechtpraktijk. Samen met Kim is zij als office manager een onmisbare schakel binnen ons kantoor. Kitty werkt al jarenlang nauw samen met onze advocaten.
Kim is al vele jaren de steun en toeverlaat van Harry. Samen met Kitty is zij als office manager een onmisbare schakel binnen ons kantoor. Kim ondersteunt advocaten al meer dan 20 jaar met alle benodigde juridische en financiële werkzaamheden.
Rosanne is in 2021 beëdigd als advocaat. Tijdens haar studie in Leiden heeft zij onder meer gewerkt als docent bij de Universiteit Leiden en buitengriffier bij de rechtbank Den Haag. Rosanne is sinds de start van ons kantoor verbonden aan Kruitwagen & Partners. Op dit moment is zij ook secretaris van de Jonge Balie Gelderland.
Imke is bijna 9 jaar advocaat en één van de oprichters van ons kantoor. Imke behandelt zaken op het gebied van onder meer beroepsaansprakelijkheid, medische aansprakelijkheid en zaak- en personenschades. Ze is assertief, doortastend en heeft oog voor de persoonlijke kant van zaken. Naast Nederlands en Engels spreekt Imke ook vloeiend Duits. Ze heeft een eenjarige studie Duits recht in Würzburg gevolgd.
Lieke is één van de oprichters van ons kantoor en bijna 9 jaar advocaat. Lieke behandelt zaken over de volle breedte van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Haar focus ligt daarbij op beroepsaansprakelijkheid, zaak- en personenschades en polisgeschillen. ‘Gedreven’, ‘betrokken’ en ‘energiek’ zijn eigenschappen die Lieke kenmerken. Gecombineerd met inhoudelijke kennis maken die eigenschappen haar tot een gedegen advocaat. Lieke publiceert ook graag binnen haar vakgebied.
Pieter is sinds 2012 advocaat en één van de oprichters van ons kantoor. Hij is inhoudelijk sterk, denkt pragmatisch en bewaart altijd rust en overzicht. Pieter legt zich onder meer toe op zaakschades, zoals technische en brandgerelateerde kwesties, en op bijbehorende dekkingsgeschillen (AVB, BA, CAR, BOV etc.). Daarnaast is hij ook goed thuis in bijvoorbeeld medische aansprakelijkheid en fraudezaken. In 2017 rondde Pieter de Grotius specialisatieopleiding Onderneming en Aansprakelijkheid cum laude af.
Harry is de naamgever van ons kantoor en al bijna 30 jaar advocaat in de verzekeringsbranche. Zijn intensieve betrokkenheid bij cliënten en zaken kenmerken zijn werkstijl. Door zijn ruime ervaring en uitgebreide inhoudelijke kennis is Harry goed thuis in vrijwel alle soorten schadezaken. Centraal in zijn praktijk staan onder andere beroepsaansprakelijkheid, medische aansprakelijkheid, allerhande zaakschades, werkgeversaansprakelijkheid en polisgeschillen.